Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER. Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. Jesaja 55:8-9
In het evangelische en pinksterwereldje waarin ik al heel mijn leven vertoef heb ik in de loop der jaren al vanalles gehoord over ‘Gods plan voor je leven’. Dat God een geweldig plan met ons leven heeft dat we niet mogen missen… Dus in de praktijk wordt daar meestal over gesproken als het gaat om belangrijke keuzes nemen. Met wie je trouwt, wel werk of welke studie je begint, etc… En de nadruk wordt dikwijls gelegd op het feit dat IK belangrijk ben voor God, dat God alle dingen gaat doen meewerken voor mij, etc…
Maar soms gaat het een beetje te ver die richting in, en word je gebombardeerd met het idee dat IK het allerbelangrijkste ben voor God. Of zelfs dat elke mens afzonderlijk (toch al diegenen die in Jezus geloven, de rest zijn van geen belang veronderstel ik) het centrum is van Gods plan. Dat alles in functie van ons als individu staat, dat heel het fantastische plan om mij draait, om mijn groei, en blabla… dat ligt natuurlijk heel lekker in onze lekker individualistische maatschappij. Maar het is nu net dat individualisme dat erin geslopen is, dat mij heel ongezond lijkt, en contra Christus. Als we daar te ver in meegaan dan gaan we echt geloven dat het om ons draait, dat God in functie van ons staat…
En dat is nu net waar ik niet meer in kan en wil geloven,dat Gods plan voor mij in de eerste plaats om mij draait. Gods plan is groot, en gaat over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, en het Koninkrijk hier en nu vestigen. En natuurlijk is zijn plan met mij daar deel van. Maar ik sta in functie van het grote geheel. Niet omgekeerd… wij zijn deeltjes van iets dat groter is dat we kunnen vatten. En het is fantastisch dat God zich daarbij ook in ons mensjes interesseert. dat Hij ieder van ons inpast in Zijn plan. Dat we allemaal deel zijn van het Lichaam van Christus…
Maar Wijzelf zijn niet het doel. Wij zijn maar de ‘aarden vaten’ waar de Schat in zit… Als we er als iets luitend over kunnen zeggen: Gods doel is het bouwen van het Koninkrijk, en het klaarmaken van Zijn bruid voor het Grote Bruiloftsfeest. Okay, dat laaste klinkt zeer mystiek; maar ik vind even geen andere manier om het te zeggen… Het draait niet in de eerste plaats om ons. Als we het al eerder aangehaalde beeld van Paulus nemen dat wij het Lichaam van Christus zijn, dan zijn we maar kleine componentjes van het grote geheel. Waarin we allemaal nodig zijn, maar het draait NIET in de eerste plaats om ons.
Als je iets wil dat in de eerste plaats om JOU draait, ga naar één of andere zelfhulp-praatgroep of zo. sterker gesteld: Het is het moderne satanisme van Lavey dat het eigen zelf aanbidt, niet het christendom. Als volgeling van christus moet je sterven aan Jezelf, en je eigen kruis opnemen. Het Christendom gaat wel over God als liefdevolle Vader, maar die is in geen geval een kruising tussen sinterklaas en de geest van Alladin… Hij is de onze Vader en Schepper, en houdt van ons, maar we kunnen Hem niet in onze binnenzak steken of voor onze kar spannen.
En God mag dan verliefd op de Kerk als bruid van Jezus, onze kleine groepjes zijn niet het doel… Onze taak is het verbreiden van het Koninkrijk, en dat naar de wereld rond ons brengen. Licht en zout zijn in deze donkere en smakelijke en aan bederf onderhevige maatschappij. Het draait niet om onze structuren, groepen, gebouwen,… Die dingen staan allemaal ook maar in functie van Gods plan, maar kunnen geen uiteindelijk doel zijn.
Het draait niet om ons. Het draait om God, het draait om Jezus, het draait Gods grote doel, Zijn Koninkrijk en zijn Lichaam, maar wij zijn maar een klein celletje in het grote geheel.
Misschien moeten we doen als de zusters van naastenliefde van moeder Theresa, die elke dag beginnen met het bidden van het zogenaamde ‘gebed van Fransiscus’. Ik denk dat dat alles wel in het juiste perspectief brengt:
Heer, maak mij een instrument van Uw vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat heerst,
laat mij vergeven wie mij beledigde,
laat mij verzoenen wie in onmin leven,
laat mij geloof brengen aan wie twijfelt,
laat mij waarheid brengen aan wie dwaalt,
laat mij hoop brengen aan wie wanhoopt,
laat mij licht brengen aan wie in duisternis is,
laat mij vreugde brengen aan wie bedroefd zijn.
Laat mij niet zoeken getroost te worden, maar te troosten,
niet begrepen te worden, maar te begrijpen,
niet bemind te worden, maar te beminnen.
Want het is toch door te geven, dat men ontvangt
door te verliezen, dat men vindt
door te vergeven, dat men vergiffenis ervaart
door te sterven, dat men verrijst tot het eeuwige leven. Amen.
shalom
Bram